Soms word je er tureluurs van. Zelfs na een gedegen taalopleiding slaat de twijfel toe. Mijn werk bestaat grotendeels uit het schrijven en redigeren van teksten. In mijn jonge jaren op de basisschool, en later ook in de lessen Taalbeheersing tijdens mijn HBO Journalistiek en Communicatie, ben ik eindeloos getraind in het gebruik van leestekens. Ik dacht dat ik het wist. Maar steeds vaker tref ik teksten aan zonder leestekens. En toen ik een tijdje terug van een opdrachtgever hoorde dat mijn tekst vol met komma’s stond, was de aanleiding voor dit blog geboren. Want hoe zit het toch met die komma?
Komma’s verbeteren je tekst
Leestekens maken of breken de tekst. In de eerste plaats is het belangrijk dat zinnen niet foutief of onnodig lang worden. Bovendien geven correct geplaatste komma’s de zin lading. Komma’s kunnen de betekenis van zinnen versterken, verleggen of zelfs veranderen. Zo betekent de zin ‘Mijn moeder zei Jan kan lekker koken,’ iets anders dan ‘Mijn moeder, zei Jan, kan lekker koken’. Ook komt het voor dat krantenkoppen, die een leesteken missen, onbegrijpelijk of zelfs komisch worden. “Schiet op Griekenland” is een opmerking van Angela Merkel, dat Griekenland moet opschieten met het terugbetalen van staatsschulden. De wapens blijven gelukkig in de kast, maar een komma was hier wel op zijn plaats geweest. Een komma op de juiste plaats verbetert de leesbaarheid van de tekst. De tekst wordt luchtiger, begrijpelijker en overzichtelijker. De verdwenen leestekens: is het mode?Waarom de leestekens uit teksten verdwijnen, is me een raadsel. De taalregels zijn daarin niet veranderd en scholen besteden nog eens aandacht aan taal en schrijfvaardigheid. Blijkbaar is het meer geaccepteerd dat er taalfouten gemaakt worden. Jongeren zijn meer gewend te schrijven zoals zij spreken. Bij Whatsapp en Twitter gaat het erom de boodschap zo kort mogelijk weer te geven, liefst met allerlei verkorte woorden en emoji’s. Wellicht verminderen deze snelle, onderlinge berichtwisselingen van tegenwoordig de aandacht op het juist gebruik van leestekens en de Nederlandse taal.
Wel of geen komma?
Ik weet zeker dat meer mensen stoeien met het gebruik van komma’s. Hier een handig overzicht van de belangrijkste regels. Het Genootschap Onze Taal zegt er dit over: er zijn geen vaste regels te geven voor het gebruik van komma’s. Wanneer op welke plaats een komma gebruikt moeten worden, hangt af van het zinsverband. Er zijn echter wel enkele algemene uitgangspunten.
Je plaatst wel een komma
- als er bij het voorlezen een duidelijke pauze hoorbaar is. Ook de toonhoogte waarmee de zin wordt uitgesproken, verandert vaak een beetje.
- Hoe langer de zin is, hoe meer behoefte er bestaat aan een rustpunt in de zin, en dus aan een komma.
- In opsommingen: ‘Zij schrijft artikelen, verhalen, persberichten en online content.’
- Tussen gelijkwaardige bijvoeglijke naamwoorden: ‘Oma had een mooie, oude, donkere linnenkast.’
- Voor en na een bijstelling: ‘Ajax, de voetbalclub uit Amsterdam, speelt in hun stadion De Arena.
- Voor en na een uitbreidende bijzin: ‘Mijn buurman Arend, die vroeger een collega van mij was, heeft alles geregeld voor het straatfeest.’
- Voor of na een aanspreking: ‘Loes, heb jij een schaar voor mij?’, ‘Lukt dat deze week nog, papa?’, ‘Luister, jongen, zo werkt dat niet.’
- Tussen twee naast elkaar staande persoonsvormen: ‘Wat zij gepresteerd heeft, is heel opmerkelijk.’, ‘Nu ik er langer over nadenk, vind ik het geen gek idee.’
- Vóór voegwoorden als hoewel, omdat, zodat, opdat, indien, maar, aangezien en terwijl kan meestal het beste een komma worden geplaatst: ‘Zij vertelde het aan iedereen, hoewel de informatie vertrouwelijk was.’, ‘Ik heb de azijn weggelaten, omdat ik de dressing zo al zuur genoeg vond.’
Je zet geen komma
- in korte zinnen kan de komma tussen persoonsvormen soms achterwege blijven. Bijvoorbeeld in ‘Wat je zegt ben je zelf.’ of ‘Voor je het weet is het zover.’ In deze zinnen is ook geen duidelijke pauze hoorbaar.
- Voor het voegwoord dat wordt over het algemeen geen komma geplaatst, tenzij er een duidelijke pauze hoorbaar is. Dus niet in: ‘Ik heb nooit beweerd dat ik een hekel heb aan taal.’ of ‘Ik hoop dat mijn vakantie kan doorgaan.’, maar wel in: “Ik heb vroeger samen met mijn vrienden avontuurlijke reizen in Afrika gemaakt, dat toen nog een enorm avontuur was zonder moderne communicatiemiddelen.’
Worstel je ook met een kommadilemma?
Voor online content kun je beter spreektaal en korte zinnen gebruiken. Dat is toegankelijker en beter leesbaar. Het dilemma van de komma verdwijnt dan vanzelf. Uiteraard is het altijd belangrijk dat je rekening houdt met je publiek. Wie gaat de tekst lezen? Een lezer van een wetenschappelijk rapport verwacht een andere tekst dan de lezer van een recept uit de Allerhande. Worstel je ook met de tekst voor je website, een krachtig persbericht of een mooi verhaal voor je relatiemagazine? Dan zeg ik: Kom, maatje, ik help je graag met de tekst, de punten en de kommaatjes.